
Na 5 maanden langs de Europese kust te varen, hebben we wel zin in een totaal andere cultuur. En het minste dat we van Marokko kunnen zeggen is dat het helemaal anders is. Natuurlijk zagen we maar een klein stukje van het land en ik betwijfel of dat voldoende is om een cultuur en een volk echt te leren kennen. Maar het deel dat we zagen was wel voldoende om ons ervan te overtuigen dat dit een land is met heel veel tegenstrijdigheden: arm en rijk, modern en traditioneel, toeristisch en authentiek, opgesmukt en verloederd… Het lijkt allemaal hand in hand samen te gaan.
Onze uitvalsbasis is de haven bij de hoofdstad Rabat. De directe omgeving oogt modern met een promenade met westerse restaurants en winkelpanden. Veel ervan staan leeg, andere huisvesten winkels die hier niet echt lijken te passen zoals een sjieke interieurszaak. Aan elk ponton zit een vriendelijke bewaker die af en toe semi-driftig op zijn fluitje blaast omdat iemand een selfie neemt bij de motorjachten van de koning. Die liggen aan een aparte steiger die elke morgen grondig ontdaan wordt van vogelpoep. Een uur of 2 later strijkt dan weer een hele horde meeuwen op en rond de boten neer en zit alles binnen de kortste keren weer onder.



De jachthaven ligt dus eigenlijk niet in de hoofdstad zelf maar in Salé, het armere zusje van Rabat. Als we door de poort van de Medina (oude stad) van Salé wandelen, stappen we een compleet andere wereld binnen. De straten zijn een hobbelig allegaartje van cement, stenen en zand, bedekt met een stoflaag met her en der afval. Er zijn overal kleine eettentjes, winkeltjes en werkplaatsen. Eigenlijk zijn het niet meer dan half vervallen garageboxen die volgestouwd zijn met materiaal. Er blijft dan net genoeg plaats over voor een geïmproviseerde toonbank of om aan een roetzwarte motor te staan sleutelen. Elke wijk verkoopt zijn lokale specialiteiten en zo wandel je bvb van de souk met zilveren juwelen de volgende binnen waar dan weer enkel kruiden verkocht worden. En als we de lokale overdekte markt passeren, zien we de slachter bedekt met bloed over straat lopen met een enorm karkas over zijn schouder.
We zijn al snel overweldigd door de vele indrukken en door de cultuurshock. We weten niet goed waar eerst gekeken maar krijgen ook zelf nogal wat bekijks; of in elke geval Sam! Mensen bekijken hem angstig en lopen in een boogje om hem heen. Kinderen die hem willen aaien worden angstvallig weggetrokken. Hoewel er vrij veel zwerfhonden te zien zijn, is een hond aan de leiband die met je meewandelt hier een unicum.







Na een dag of wat zijn de eerste indrukken wat verwerkt en lopen we op ons gemak rond. Er is altijd ergens een enkeling die zich profileert als lokale gids, maar we hebben niet het gevoel dat de mensen echt iets van ons willen behalve dan dat we ons welkom voelen. Als we ergens iets willen kopen is iedereen heel vriendelijk en behulpzaam, we mogen bij de eetkraampjes onder de deksels van de vele tajines kijken en als er niks vegetarisch tussen zit, wordt direct een lading verse groeten aangerukt en wordt die meteen bereid voor amper 2 euro. Aan de vele ‘salons de thé’ waar je alleen maar mannen op een rij ziet zitten die naar buiten of naar een TV scherm staren, moet ik wel nog wennen. Als vrouw geeft dat toch een vreemd gevoel en ik ben niet bepaald geneigd om daar binnen te stappen.


In tegenstelling tot Salé geeft Rabat een heel andere indruk; de medina is nog steeds traditioneel maar er wordt meer aandacht besteed aan het ‘uiterlijk’. Alles oogt veel netter en er lopen wel wat toeristen rond. Via een vriendin heb ik een contactpersoon en we maken kennis met Ahlame. Ze woont in Rabat en biedt aan om ons de stad te laten zien. Samen met haar collega wandelt ze uren met ons rond en vertelt ze honderduit. We kunnen heel openlijk met hen praten over cultuur en religie maar ook over gewone faits divers. Ondanks dat ik me die dag nog niet 100% voel na een aanval van de typische maag en darmklachten oftewel ‘turista’, wordt het een supergezellige middag. We maken ook nog kort kennis van het nachtleven in Rabat als we de dag afsluiten met een pintje in een hippe Marokkaanse bar.








Een uitstap naar Fes met de trein staat ook op ons programma. Het is een aanrader volgens iedereen die we erover spreken. Maar waar we in Rabat of Salé nooit het gevoel hebben dat we op onze hoede moeten zijn voor de ‘tourist traps’ worden we daar wel voor gewaarschuwd in Fes. We hopen dit te vermijden door de stad met een eigen gids te verkennen die ons werd aangeraden door andere zeilers. Maar smaken en manieren van reizen verschillen en waar die andere mensen super enthousiast waren, vonden wij het een beetje een afknapper om van shop naar shop gebracht te worden voor een zogenaamde professionele uitleg die het verkoopspraatje moet verhullen. Dat neemt niet weg dat de medina het bezoek zeker waard is want het is en blijft een mooie plek. We krijgen er ook een beeld van de verschillende ambachten die in Marokko nog steeds uitgeoefend worden. Iets wat bij ons onbetaalbaar zou zijn door de vele uren handwerk, gaat hier over de toonbank voor een fractie van de prijs.










Als we terugkeren naar Rabat, vallen de volgende slachtoffers van de zwakke westerse magen. Janet van de Zeevalk is al misselijk nog voor we aan het station zijn (Hans was al thuisgebleven omdat hij zich ‘s morgens niet zo goed voelde). En eens we weer op Puff zijn moet ook Kris eraan geloven. De volgende dag kan hij amper zijn bed uit terwijl we eigenlijk die dag verder zouden varen. We moeten helaas forfait geven en nemen noodgedwongen afscheid van Zeevalk en een 12tal andere boten die van het weersgat gebruik maken om over te steken naar de Canarische eilanden.
Helemaal alleen blijven we niet achter: Choctaw en Yndeleau, de 2 andere Nederlands boten waar we ongeveer samen mee aangekomen zijn, hebben nog geen plannen om al te vertrekken. Als ik bij hen op de koffie ga terwijl Kris ligt uit te zieken en de andere zeilboten één voor één uitklaren bij de douane, stellen Liza en Suzanne voor om samen naar de hammam te gaan. Ik zit wat te twijfelen maar besluit het uiteindelijk toch te proberen. We kiezen voor een privé versie van het traditionele badhuis waar alle vrouwen normaal samen gewassen worden. Wij worden met ons drietjes onder handen genomen door 3 Marokkaanse vrouwen. We zitten er eerst nog wat onwennig bij in ons slipje als we van top tot teen ingesmeerd worden met een bruin goedje en weer gespoeld worden met heet water. Daarna worden we onderworpen aan een grondige scrub beurt. Tot hilariteit van onze wasdames die helaas enkel Arabisch spreken, komen er ganse ‘vellen’ huid los. Het ziet er niet echt uit en er is duidelijk werk aan ons! De slip moet uiteindelijk ook uit en we worden helemaal geboend en gewassen. Het is een vreemd gevoel om door een onbekende gewassen te worden maar het gekwebbel en gegiechel van onze dames, zorgt voor een ontspannen sfeer en algauw genieten we van de verwennerij. En al helemaal als we nog een zalige massage krijgen met arganolie als afsluiter. Hoe ontspannen het echt is, wordt duidelijk als iemand me komt halen en me verlegen probeert duidelijk te maken dat één van mijn vriendinnen in slaap gevallen is op de massage tafel en of ik haar zou willen wakker maken.
Als we weer buiten staan hebben we een blos op onze wangen en een babyzacht velletje. Ik voel me 10 jaar jonger en dat komt van pas de dag voor je 47 wordt. Dankjewel Liza en Suzanne voor dit fijne verjaardagskado!


Terug op Puff voelt Kris zich gelukkig wat beter en de Choctaw en Yndeleau crew komt nog iets drinken aan boord. Zij willen de volgende dag met een huurauto op roadtrip vertrekken terwijl wij een paar klusdagen voor de boeg hebben, maar stellen voor dat we gewoon meegaan. Even later staan we met zijn allen op de kade om de wagen te inspecteren op de beschikbare ruimte, en die wordt groot genoeg bevonden om er nog 2 extra mensen en een hond bij te krijgen. Suzanne stort zich op de air B&B site met een missie waar ze wonderwel in slaagt: een huisje in het centrum van Chefchaouen voor 7 personen én een hond!
En zo staan we de dag erna totaal onverwacht gepakt en gezakt op de steiger, klaar voor een 3-daagse roadtrip met Akko, Liza, Bas, Jurre en Suzanne én met Captain Sam tussen ons in op de achterbank.
Marokko, hou je vast, hier komt het Choctaw-Yndeleau-Puff trio!
Wat een mooie foto’s!
Ik wist dat jij er een oog voor had maar was het een beetje uit het oog verloren door dat “kleine schermpje”.
Nu toevallig op mij PC gekeken… een aanrader voor iedereen: “Bekijk de foto’s van Ingrid op groot scherm!”