Er zijn zo van die dagen dat je beter weer in bed kruipt en de deur gewoon niet uitkomt. Je weet wel, je staat op en stoot je kleine teen tegen de bedrand, je trekt de deur van de koelkast open en het pas geopende melkkarton valt eruit en als je een douche wil nemen komt er alleen koud water uit de kraan… Tegen de tijd dat je klaar bent om aan de dag te beginnen, heb je het helemaal gehad.
Als wij uit Cascais vertrekken, krijgen we de zeilversie van zo een dag. We staan vroeg op want we willen zoveel mogelijk mijlen varen. We hopen stiekem de Algarve te halen voor ik 3 dagen later het vliegtuig naar België neem. Dat betekent nog een nachttocht waarin weinig wind wordt voorspeld maar als we overdag goed opschieten is het wel haalbaar. We sleuren ons dus vroeg uit bed en zijn voor de verandering eens redelijk efficiënt om ons klaar te maken voor vertrek. Het is nog donker als we het anker lichten maar als ik de motor start gebeurt er helemaal niets…een lege startbatterij. Dus ook geen motor. Het zorgt meteen voor de nodige frustratie. Gelukkig kunnen we ook starten op de huishoudaccu en even later zijn we dan toch weg.
Er is geen zuchtje wind en we zoeken ons al motorend een weg langs de vrachtschepen die in de baai van Cascais voor anker liggen. Als de rust opeens luidkeels doorbroken wordt door een alarm blijkt dat de alternator teveel spanning naar de batterijen te leveren. De motor moet dus weer uit wat niet echt een lachertje is als je zonder wind -en dus zonder snelheid en sturing- tussen de kust en de vrachtschepen ligt te driften. Gelukkig blijft Kris kalm (het arsenaal vloeken moet je er wel bijnemen) en kan hij het probleem omzeilen door de stand van de accuschakelaar te veranderen. We starten de motor weer, wachten even af of het alarm weer afgaat maar het blijft gelukkig stil en we kunnen weer verder.
Als we eenmaal op koers zijn, steekt de wind op en besluiten we de windvaan het stuurwerk te laten doen om de accu’s te sparen. Maar het wil vandaag maar niet lukken om het roerblad in positie te brengen. Wanneer Kris er uiteindelijk met zijn duim komt tussen te zitten wat een flinke blauwe nagel oplevert en een pijnlijke vinger, houden we het toch maar bij ons electrisch hulpje.
Tegen die tijd is de fun er af en zitten we allebei flink te balen. We houden koers en positie nauwlettend in de gaten in de hoop dat we de opgelopen vertraging nog kunnen goed maken. De wind draait en als ze van achter komt, bomen we de genua uit om het klapperen ervan tegen te gaan. Dat gaat dan wel vlot en we hebben in no time onze telescopische boom uitgeschoven en geïnstalleerd. Maar het gaat ook in no time weer mis: we zien de boom opeens plooien waardoor hij helemaal krom komt te staan en we hem ook niet meer kunnen inschuiven.
Op dat moment hebben we het helemaal gehad. We rollen het voorzeil weer in om de boom niet nog extra te belasten en varen alleen op grootzeil verder. Weg voorzeil, weg snelheid en we gaan aan een slakkengangetje verder. Daarmee verdwijnt ook de illusie dat we kunnen doorvaren naar de Algarve. We liggen op dat moment ongeveer ter hoogte van Sines wat grofweg halverwege is. Volgens info van medezeilers is de haven best OK en niet duur. De luchthaven in Lissabon is van daaruit ook vlot te bereiken. Na alle perikelen van die dag is het dan ook snel beslist: we houden halt in Sines.
Het is al donker als we binnenvaren en ik houd mijn hart vast dat het nu niet nog eens fout loopt. Maar de wind is ondertussen weggevallen, alles is rustig en er staat een vriendelijke Fransman klaar op de steiger om een lijn aan te nemen. Even later liggen we netjes in onze box. Als we nog even bezig zijn om alles op te ruimen, horen naast ons een vrolijk ‘Hi Puff, welcome in Sines!’. Het blijkt dat we naast John liggen, een Britse solozeiler die we in Nazaré ontmoetten. Een leuke man met interessante verhalen en een droog Brits gevoel voor humor waar we al smakelijk mee hebben kunnen lachen.
Ook al is er in Sines niet zoveel te zien of doen, Kris heeft er alles wat hij nodig heeft als ik een weekje in België ben en hij is omringd door goed gezelschap. Er is John naast ons, de belgische Bofcont komt nog binnenvaren en we maken kennis met Cumulus, een duitse boot met een sympathiek koppel dat op reis is met hun hond en dochtertje. Al bij al is dit geen slechte tussenstop.
Ik stap twee dagen later op de Lisboa Express bus (waar niet veel express aan is) richting luchthaven en laat Kris en Sam achter bij deze nieuwe vrienden. Ik ga een weekje genieten van het gezelschap van familie en ‘oude’ vrienden. De Algarve hebben we niet meer gehaald maar ach ja, die loopt heus niet weg…

