Geheel onverwacht maken we ons klaar voor een driedaagse trip over land, samen met de Choctaw en Yndeleau bemanning. Op het programma staan Chefchaouen – ook gekend als de blauwe stad, het Rif gebergte en Fes. Die laatste hebben wij al bezocht maar er is ongetwijfeld nog genoeg te zien voor een 2de bezoek.

Het eerste stuk van de tocht rijden we via de autosnelweg . Eenmaal we die verlaten duurt het niet lang voor onze camera’s uit de ramen hangen om het indrukwekkende landschap vast te leggen. De tijd vliegt voorbij en in de namiddag zien we de blauwe stad tegen een bergwand aan liggen. Ons huisje voor de komende dagen bevindt zich bovenaan de stad en als we op het dakterras staan weten we niet waar eerst gekeken. Het is stralend weer en de zon die op al dat blauw schijnt, laat de stad schitteren in al haar glorie. Hoewel de hele medina toerisme ademt is de sfeer relaxed. Dat zal deels wel te maken hebben met de vele weedplantages die op de bergflanken rondom de stad liggen. Blijkbaar is dit het mekka van de cannabis in Marokko en veel menen lopen er een beetje wazig bij. Sam wordt hier minder vreemd bekeken dan in Salé en mag ook gewoon mee binnen als we ergens op een dakterras van een restaurant gaan lunchen. We slenteren de rest van de middag door de straatjes waar de blauwe gevels een perfecte achtergrond vormen voor de kleurrijke koopwaar die in de vele winkeltjes aangeboden wordt. We sluiten af met een ouderwetse spelletjesavond met pizza en als Jurre nog wat bier en chips kan scoren, kunnen we alsnog klinken op een geslaagde eerste dag van onze trip en een perfecte verjaardag!










De volgende dag rijden we naar Akchour waar een wandelpad vertrekt door het Rif gebergte. Helaas een tocht waar Sam wat te oud voor geworden is dus hij blijft thuis het fort bewaken (lees: slapen, vooral veel slapen). We hebben geen kaart bij van de omgeving en denken de rode merktekens te volgen maar omdat we teveel lopen te kletsen of naar andere dingen kijken, missen we de eerste afslag en komen aan de verkeerde kant van de rivier terecht. Het brugje dat er vroeger zou geweest zijn is blijkbaar weggespoeld en een local komt met wat brokstukken aandraven en helpt een geïmproviseerde oversteek te maken. Daarna kost het nog wat moeite (en dirhams) om hem te overtuigen dat we geen gids nodig hebben maar dan zijn we eindelijk op weg. Het pad brengt ons niet naar de watervallen zoals we gedacht hadden maar de wandeling is daarom niet minder mooi. Het wordt een pittige tocht langs God’s bridge, een vreemde geologische structuur die een natuurlijke brug vormt 25 meter boven de rivier. Er staat een hutje met een man met zijn jointje in de hand, die de liefhebbers van munt thee voorziet. Wij wandelen nog een stukje hoger en worden op een adembenemend uitzicht getrakteerd. Het vele afval dat we tegenkomen moeten we er helaas wel bijnemen. Onderweg plukken en proeven we de vruchten die in het dorp verkocht worden, het zijn rode zoete vruchten van de aardbeibomen die hier overal groeien. Geheel tegen de verwachtingen in zien we aan het einde van onze tocht ook nog een troep barbary apen die hier in de bergen leven. Tegen die tijd begint het zachtjes te regenen maar dat kan de dag niet stukmaken.









Als we terug zijn in Chefchaouen zijn we moe en hongerig en storten ons in een restaurantje op de lokale gerechten waarbij Bas zich zelfs aan de huisspecialiteit waagt: ossenpenis….
Dag 3 van onze tocht moeten we er vroeg uit. We moeten op tijd aan het vliegveld in Fes zijn om Bas uit te wuiven die na zijn bezoek op de Choctaw weer naar huis vliegt. We zijn er net op tijd en na het afscheid heeft niemand nog veel zin om Fes zelf binnen te rijden. Plannen zijn er om te maken en gewijzigd te worden dus we besluiten alvast richting Rabat te rijden en onderweg halt te houden in Meknes voor een late lunch. Hoewel de trekpleister van Meknes opnieuw een medina is, is deze stad niet te vergelijken met Fes. Er is veel minder toerisme en als die er al is dan lijken er vooral veel Marokkanen zelf de stad te komen bezoeken. Heel lang blijven we niet. We zien de Bab el-Mansour poort en het el- Hedim plein, het hart van de Meknes medina. We kijken er toch weer onze ogen uit, zeker als de karren met afgehakte koeiepoten ons passeren of we een kamelenhoofd zien hangen bij de slager.
De tocht naar huis brengt ons weer door een ander landschap waar we zien hoe de mensen met ouderwetse ploegen en ezeltjes hun land bewerken en zonder veel luxe hun leven hier leiden.






Als we ‘s avonds in bed liggen op Puff, ben ik blij dat we door een samenloop van omstandigheden toch nog een ander deel van Marokko hebben mogen leren kennen. We leerden niet alleen een land kennen, we leerden ook mensen kennen die zich net als wij aan dit avontuur wagen en met wie we deze ervaring mochten delen. De laatste dagen in Marokko brengen we elk klussend aan ons schip door. ‘s Avonds drinken we iets samen, spelen een gezelschapsspel en kijken uit naar alweer een nieuwe etappe. Voor Choctaw en Yndeleau betekent dat rechtstreeks naar de Canarische eilanden. Wij twijfelen nog of we een tussenstop gaan maken in Agadir. De tijd zal het uitwijzen…
Wat een prachtig verhaal weer. Ongelooflijk wat jullie allemaal zien en wel op een gans andere manier dan de modale toerist! Ook prachtige foto’s.
Het ga jullie goed.
Nelly en Fernand
Dankjewel. We genieten ervan andere culturen te leren kennen.
Agadir is ook een goede stop om het binnenland van marokko te bezoeken. Je kan met de bus naar Marrakech en vandaar eventueel een 3 of 4 daagse saharatoer.
Vallee du Paradis is ook een aanrader. Je kan in de marina van Agadir een auto huren voor niet te veel dirhams.
Goede reis verder !
Dank voor de tips. Hoe gaat het met jullie plannen?