
Isla graciosa is niet meer dan 27 km2 rotsblok, zand en lavasteen die uit het water opdoemt. Het eiland vormt een deel van het Chinijo Archipelago natuur reservaat en was onbewoond tot het einde van de 19de eeuw. Nu wonen er een paar 100 mensen in de enige 2 dorpjes die het eiland rijk is. De witte huisjes vormen er een schril contrast met het zwarte, desolate landschap en de vulkanen die zich aftekenen tegen een azuurblauwe lucht. Het wordt meteen één van mijn favoriete plekjes van deze reis. Dit heeft deels te maken met het feit dat het laagseizoen is als we er zijn. De ferries en de toerboten varen wel af en aan maar er zijn weinig toeristen en de vakantiehuisjes staan grotendeels leeg. Op het terras van de lokale bar zit wel elke dag veel volk, er is een relaxte sfeer en iedereen (ook onze havenmeester die in het kleine kantoor nergens te bespeuren was) zit in de zon een beetje van zijn koffietje te slurpen of van een fris pintje te genieten. We blijven hier uiteindelijk een tiental dagen plakken en zelfs dan hebben we nog geen haast om weg te gaan.






Na onze eerste nacht in de haven, gaan we Choctaw vergezellen in de ankerbaai iets verderop. Het is een zalig plekje maar omdat de wind fel zou aanwakkeren volgens de voorspellingen, keren we de volgende middag al terug naar de haven. Die wind blijkt uiteindelijk best mee te vallen maar elke morgen naar de bakker op wandelafstand voor verse broodjes is ook wel aangenaam. Net zoals de middag afsluiten met een fris pintje op het plein naast de haven met zicht op de kliffen van Lanzarote aan de overkant.De zon schijnt volop en ondanks het soms koude windje is het t-shirt en shortjes weer. Een strand BBQ kan dan ook niet uitblijven. Choctaw ligt nog in de ankerbaai op een klein uurtje stappen en het wordt een kleine expeditie wanneer we samen met de Yndeleau bemanning daarheen trekken met een volgestouwde trolly. Nog geen kwartier na vertrek zakken de wieltjes al weg in het zandpad en uiteindelijk moeten we de kar meer dan de helft van de weg dragen. Maar dat is snel vergeten als we in het donker neerploffen op het strandje waar de choctaw ons opwacht met een flesje bubbels. In de beschutting van een stapeltje rotsen en onder een bijna volle maan wordt het een zalige avond en nemen we de tocht terug er graag weer bij.



We brengen onze dagen op het eiland vooral door met wandelen. We klauteren één van de vulkanen op, waar we een fantastisch zicht hebben. We stappen naar de andere kant van het eiland waar we de golven zien kapotslaan op de ruwe westkust. We slenteren naar het strand waar Kris gaat snorkelen. Ik vind het water nog altijd te koud en houd het droog. En tussendoor werken ook wat kleine klusjes af van onze lijst. We genieten gewoon van de rust en het feit dat we de Canarische eilanden hebben bereikt!







